Pirates of the Haringvliet – Curse of the Bread Roll (Sunday August 23, 2020)

Narration Mike Griffin, map by Mike Griffin

Distance: 124 furlongs (25 km), 4 hours under sail

‘twas a blustery Sunday in August, our sights had been set on plundering the island of Ameland but the wind gods put paid to that plan, forcing us to try our hand at the treasure rumoured to be lying in Stad aan ‘t Haringvliet.

The crew assembled on shore: BEREND the Sailor, IEDE the March Hare, MARIANNE the Faithful, ERIK the Backward (although rowers always go backwards, so is a backwards rower one that rows forwards toward their goal?), TOM the Name of the Rose and your narrator MIKE the Rancid Hat.

The plot was to sneak up in the lee of the island Tiengemeten and then pounce on the beach of the smugglers’ cove, where the treasure was believed to be buried. According to legend LUNCH could be found here – Large Unidentified Nutritious Consumable Hunks.

On the first leg the crew was still finding its sea legs and faced with a ferocious head wind of the fourth factor, they were riven whither and thither, losing cohesion like a jellyfish in a blender. At the first stop the captain gave the crew a lashing of his tongue, they reacted in similar fashion, a mutiny was at hand! With the timely aid of a few peacemakers the crew pulled together, but not without a few rum-flavoured mutterings about the general state of the empire.

On the next leg the going was calmer, we resupplied with some strange dark fruit that overhung the water, and sailored on. At the head of the island we sprung our traverse to the beach that we could see afar. BEREND single-handedly hoisted the main sail, showing all that he can handle any sized sail, from exceedingly small to small. In a consciously self-conscious attack, we fanned out in all directions and landed in haste on the beachhead. We secured it post-haste, the only casualty being a set of brine-soaked britches.

In the bay we shared the bounty, although we never found the elusive bread roll. To quote Captain Jack Sparrow “Not all treasure is silver and gold, mate.” We then set sail once again for the sweet charms of home port. On the way the waves picked our ship up and carried us forever onwards, we had to toil hard to keep the course and stay keel downwards. In the bay MIKE, evidently to atone for past and future sins, keel-hauled himself twice, pulling himself from one side of the ship under the keel to the other! At the beach, replete with verdigris on the edge of the water, and strange sailing craft consisting of nothing more than a sail and a deck plank(!) we debarked and made our way to the tavern with the appropriate name “Never Dry”, to drink a rough toast to the captain, our ship and the mighty Haringvliet!

Piraten van het Haringvliet – Curse of the Bread Roll – zondag 23 augustus 2020

Vertelling Mike Griffin, vertaling 99% Google, kaart door Mike Griffin

Afstand: 124 stadiën (25 km), 4 uur varen

Het was een stormachtige zondag in augustus, onze zinnen waren erop gericht het eiland Ameland te plunderen, maar de windgoden zetten zich tegen dat plan en dwongen ons om te proberen de schat te vinden die volgens geruchten in Stad aan ‘t Haringvliet zou liggen.

De bemanning verzamelde zich aan wal: BEREND de zeiler, IEDE de maartse haas, MARIANNE de Faithfull, ERIK de achterwaartse (hoewel roeiers altijd achteruit gaan, is dan een achterwaartse roeier een die vooruit roeit naar hun doel?), TOM de Naam van de Roos en je verteller MIKE the Rancid Hat.

Het plan was om in de luwte van het eiland Tiengemeten te sluipen en vervolgens het strand van de smokkelaarsbaai aan te vallen, waar de schat werd verondersteld te zijn begraven. Volgens de legende was LUNCH hier te vinden – Large Unidentified Nutritious Consumable Hunks.

Op het eerste been vond de bemanning nog steeds zijn zeebenen en geconfronteerd met een woeste kopwind van de vierde factor, werden ze heen en weer geslingerd, waarbij ze hun samenhang verloren als een kwal in een blender. Bij de eerste stop gaf de kapitein de bemanning een zweepslag met zijn tong, ze reageerden op dezelfde manier, een muiterij was nabij! Met de tijdige hulp van een paar vredestichters trok de bemanning zich samen, maar niet zonder een paar gemompel met rumsmaak over de algemene toestand van het rijk.

Op de volgende etappe ging het rustiger, we bevoorraden ons met wat vreemd donker fruit dat over het water hing en zeilden verder. Aan de kop van het eiland begonnen we met onze traverse naar het strand dat we in de verte konden zien. BEREND hees in zijn eentje het grootzeil en liet zien dat hij zeilen van elk formaat aankan, van buitengewoon klein tot klein. In een bewust zelfbewuste aanval waaierden we uit in alle richtingen en landden we haastig op het bruggenhoofd. We hebben het in alle haast veiliggesteld, het enige slachtoffer was een stel met pekel doordrenkte broeken.

In de baai deelden we de buit, hoewel we het ongrijpbare broodje nooit hebben gevonden. Om kapitein Jack Sparrow te citeren: “Niet alle schatten zijn van zilver en goud, maat.” Daarna zetten we weer koers naar de zoete charmes van de thuishaven. Onderweg pakten de golven ons schip op en droegen ons voor altijd verder, we moesten hard zwoegen om de koers te houden en kiel naar beneden te blijven. In de baai haalde MIKE, klaarblijkelijk om te boeten voor vroegere en toekomstige zonden, zichzelf twee keer op de kiel, waarbij hij zich van de ene kant van het schip onder de kiel naar de andere trok! Op het strand, vol met verdigris aan de rand van het water, en vreemd zeilschipen bestaande uit niets meer dan een zeil en een dekplank (!) gingen we van boord en gingen op weg naar de taverne met de toepasselijke naam “Never Dry”, om een ruwe toast uit te brengen op de kapitein, ons schip en het machtige Haringvliet!